Zaterdagportret in HuizerNieuws- lokale krant
Bewust genieten van zijn kinderen en het leven. Ondernemer Jeroen Lampe is eindelijk echt gelukkig.
Drie belangrijke momenten hebben hem gebracht waar hij nu is: de verhuizing van Drenthe naar Amsterdam, zijn passie voor ondernemerschap en zijn scheiding acht jaar geleden.
Jeroen Lampe voelt zich eindelijk echt een gelukkig man en kan intens genieten van kleine momenten met zijn kinderen die niet bijzonder lijken, maar het wel zijn.
Hij praat makkelijk, graag en is niet bang om zich open te stellen. Over zijn kinderen, zijn scheiding, zijn werk. “Ik ben persoonlijk en betrokken en doe dingen niet graag half. Of ik ben aan het werk en geef me daarin volledig, of ik ben puur papa als de kinderen bij me zijn. Dan ben ik er ook helemaal voor hen. Dat onderscheid geeft rust.” Het maakt hem blij dat hij weet dat hij nu op zijn pad zit.
Jeroen (52) werd geboren in Assen, Drenthe, en komt uit een nuchtere ondernemersfamilie. Zijn opa begon in 1948 een winkel in wit- en bruingoed en breidde dit uit tot de Expert Groep. “Mijn moeder werkte in een schoenenwinkel naast de winkel van mijn opa, waar mijn vader ook werkte. Zo hebben ze elkaar leren kennen”, vertelt hij. In 1978 namen de vader en oom van Jeroen de Expert-winkel van zijn opa over. “In de vakanties werkte ik bij hem. In het begin hielp ik met opruimen, later werd het verkopen en bezorgen van wasmachines, koelkasten en tv’s.” Het was Jeroen al snel duidelijk: na zijn studie wilde hij in geen geval de zaak van zijn vader overnemen. “Ik wilde geen ondernemer worden. Dat was veel te hard werken. Ik wilde liever bij een groot bedrijf aan de slag.”
Vroeg volwassen
Toen hij een jaar of acht was, scheidden zijn ouders. Een pittige periode. “Ik zat tussen twee partijen in die elkaar ook na de scheiding dwarsboomden. Als kind ben je loyaal naar beiden. Ik ben er vroeg volwassen door geworden, ik was redelijk serieus als kind en ben ook geen uitbundige puber geweest. De scheiding heeft me gevormd tot wie ik nu ben: ik kan me goed verdiepen in een ander.”
‘Mijn moeder kwam in de bijstand en we hadden het niet breed’
Aandelen en opties. Niet twee dingen waaraan je denkt bij een dertienjarige jongen. Maar Jeroen was ermee bezig. “Ik weet niet waar het vandaan kwam. Als ik er zo over nadenk, zou het te maken kunnen hebben met mijn jeugd. Na de scheiding kwam mijn moeder in de bijstand en hadden we het niet breed. Er was altijd geld tekort en er kon veel niet.” Hij was dertien toen hij op zijn fiets stapte en naar de Rabobank reed om aandelen te kopen. De bankmedewerker raadde het hem af en zei hem dat hij zijn geld beter op zijn spaarrekening kon laten.
“Toen ben ik naar de ABN AMRO bank gegaan en heb aandelen in Tulip Computers gekocht op 32 gulden. Ik had iets met computers en was ervan overtuigd dat die de toekomst hadden. Ik heb als een malle winst gemaakt: binnen anderhalve maand waren de aandelen gestegen naar bijna 47 gulden en heb ik ze verkocht.” Een paar jaar later ging hij ook met opties aan de gang. “Het ging hard en toen ik zeventien was, nam ik mijn moeder, stiefvader en zusje mee uit eten op mijn kosten.”
Naar Amsterdam
Jeroen ging naar de HEAO in Emmen en besefte eigenlijk niet dat de wereld groter was dan Drenthe. Na driekwart jaar wist hij dat hij niet op zijn plek zat. “De sfeer en de mentaliteit -we hebben het altijd zo gedaan dus blijven we het zo doen- spraken me niet aan.” Zijn oog viel op een folder van de nieuwe Amsterdamse Academie voor Bank en Financiën.
“Daar wilde ik naartoe. Ik had een OV-kaart en de volgende dag ben ik in de trein gestapt en gaan kijken. Het was een nieuwe en kleine opleiding, met 250 studenten per jaar. Ik ben in de kantine gaan zitten en heb stiekem een paar colleges bijgewoond om te ervaren hoe het voelde. In de trein terug wist ik het zeker: hier wil ik naartoe.” Hij ging de opleiding financiële bedrijfskunde doen. Via een advertentie kwam hij terecht in een kamer in de Bijlmer, in de flat Klieverink. “Geen beste omgeving, ik ben een keer beroofd en een flat verderop is de Boeing van El Al neergestort. Ik was toen gelukkig niet thuis.”
Zijn vader en opa waren niet blij met de verhuizing naar de hoofdstad. “Mijn vader zag in mij zijn opvolger. Ook mijn opa liet het niet los, dat vond ik echt lastig. Hij belde me regelmatig, bijvoorbeeld over een congres over de overname van familiebedrijven. ‘Ik betaal het ticket wel’, zei hij dan. Hij hoorde mijn nee wel, maar verstond het niet. Maar ik wilde niet in de zaak werken, ik wilde bij een bank werken.”
Hij raakte bevriend met zijn huisgenoot en vandaag de dag is dat nog steeds één van zijn beste vrienden. “We zijn op een gegeven moment naar een woning op de Plantage Kerklaan verhuisd, vlakbij Artis. Remco had de zolderkamer achter, ik de zolderkamer voor. In de zomer zaten we in onze zwembroek te leren, in de winter was het koud want we hadden geen verwarming. Op de gang stond een koelbox en een gasstel met twee pitten en voor 25 gulden per maand mochten we gebruik maken van het toilet van de benedenbuurman. Daar hebben we drie, vier jaar gewoond. Een fantastische tijd.”
Tijdens de studie leerde hij de moeder van zijn kinderen kennen, zoals hij haar nu noemt en ging Jeroen aan de slag bij het hoofdkantoor van ABN AMRO. “Banken deden op dat moment nog niets met online beleggen. Ik was eenoog in het land der blinden: ik snapte beiden en introduceerde internetbeleggen. Ik was 26 en mijn carrière ging als een speer. Ik was niet te houden en kreeg er veel energie van.”
Keerpunt
Het stel verhuisde naar Huizen. “We woonden al jaren in Amsterdam, we waren toe aan kinderen en een grotemensenhuis. In Huizen zagen we een fantastisch klushuis en de plaats sprak ons aan.” Jeroen, gek op klussen, stripte het hele huis en met behulp van onder andere zijn vader deed hij de verbouwing zelf. “Alleen stucen heb ik uitbesteed.” Het was een keerpunt in zijn leven. “Ik dacht dat ik het leven doorhad: ik was gelukkig, had succes in mijn werk, een lieve vrouw, een groot huis. Als ik nu naar foto’s van mezelf uit die tijd kijk, denk ik: wie is die jongen?”
Vader worden was de volgende stap en toen hij 29 was, werd dochter Feem geboren. Het was het begin van een diep dal dat negen maanden duurde. “Feem was een huilbaby en hoeveel energie ik ook had, op een gegeven moment breekt dat je op. Het was een heel zware periode, we liepen op ons tandvlees.” Feem raakte zo verzwakt omdat ze niet meer wilde eten dat ze in het ziekenhuis terechtkwam. Daar bleef ze twee weken.
‘Het was een drama om haar daar achter te laten. Het voelde alsof we faalden’
“Als ouder voel je je zo machteloos, het was een drama om haar daar achter te laten. Het voelde alsof we faalden als ouders. Maar we waren zelf ook op en moesten bijslapen. Op dat moment besef je wat echt belangrijk is in het leven en dat was niet mijn carrière en werk.” Achteraf bleek Feem verborgen reflux te hebben, waar ze overheen groeide. “Het werd in die tijd nog niet onderkend door artsen, ze suggereerden dat het misschien wel aan ons lag.”
Na twee jaar kwam dochter Fien ter wereld en ook zij had dezelfde klachten. “Inmiddels hadden we de kennis en ervaring, dus na drie maanden hadden we dat op de rit. Dit moest anders, vonden we. We wilden niet dat andere ouders hetzelfde zouden doormaken als wij.” Zijn vrouw besloot een boek te schrijven over ritme, slapen en doorslapen. Jeroen regelde een uitgeverij, maar die deed naar zijn mening niet voldoende aan promotie van het boek. Daarop besloot hij zelf een uitgeverij te beginnen: Van Mama.
Eigen bedrijf
In 2007 startten ze de webwinkel in producten voor moeder en baby. “Ik ben minder gaan werken bij de bank om het te kunnen combineren. We hadden een garage vol kasten met producten staan. Omdat we zo groeiden, huurden we een pand aan de Ambachtsweg, tien keer groter dan de garage. Ook dat stond na een jaar vol.” Het liep zo goed, dat Jeroen helemaal stopte bij de bank.
Dochter Suus werd in 2009 geboren. Jeroen lacht. “Ja, ook een huilbaby en een enorm pittige tante. Ze is eigenwijs en volgt haar eigen pad.” Met alle ballen die Jeroen in de lucht hield, liep hij zichzelf uiteindelijk in 2013 voorbij. “Ik was nooit ziek, maar belandde met een dubbele longontsteking in het ziekenhuis. Mijn lichaam vond het genoeg, was uitgeput.” Hij lag er twee weken.
“De les die ik eruit heb getrokken, is dat ík niet harder moest werken, maar het bedrijf voor me moest laten werken. We namen betere mensen aan en regelden processen anders, beter. Ik werkte aan de zaak, niet erin. Ik leerde beter voor mezelf zorgen en nee zeggen.”
Donkere periode
In 2014 werd zoon Kiet geboren. Het was ook in die jaren dat hij er langzaam achter kwam dat zijn relatie niet meer ging. “Ik had geleerd mijn grenzen te respecteren, maar daardoor kwamen er conflicten in de relatie.” De scheiding die volgde, was een zware en donkere periode.
‘Achteraf is het de juiste beslissing geweest, maar het was enorm pijnlijk’
“Achteraf is het de juiste beslissing geweest, maar het was enorm pittig en pijnlijk op vele gebieden. Vol met waardevolle lessen. Van je eigen grenzen koesteren tot aan materiele zaken. Zo kwam ik terecht in een huurhuis en ik had geen idee hoe ik er gelukkig kon worden. Maar het is zo’n fijne buurt met waardevolle buren waar ik niet meer weg wil. Na een jaar huren heb ik het gekocht en helemaal echt thuis gemaakt.”
In 2014 werd de webshop verkocht en sindsdien doet hij wat hij het liefste doet. “Toen we ons eigen bedrijf hadden, kreeg ik regelmatig vragen van leveranciers en andere ondernemers hoe we het aanpakten en zo succesvol waren. Nu help ik als business coach andere ondernemers groeien zodat hun bedrijf ook voor hen werkt. Wat willen ze? Waar worden ze blij van? Eigenlijk heb ik een hekel aan het woord coach. Die staat aan de zijlijn. Dat doe ik niet, ik doe mee. Mijn klanten zien me dan ook als mentor.” Inmiddels werkt hij ook aan zijn tweede inspiratieboek voor ondernemers.
Hij prijst zich gelukkig met zijn hechte vriendengroep, die in de kern bestaat uit zeven vrienden die hij leerde kennen op de sociëteit van zijn opleiding. Nu hij ouder is en ze gezamenlijk ups en downs hebben meegemaakt, zoals bruiloften, geboortes, overlijdens en scheidingen, beseft hij hoe waardevol het is om zulke goede vrienden te hebben. “Mijn ouders zeiden dat vroeger al. Zelf zie ik dat nu pas, sinds mijn scheiding. Ik heb toen zoveel aan ze gehad.”
‘Ik zie nu hoe waardevol het is om samen tijd door te brengen’
Iedere twee jaar gaan ze met elkaar op reis. Afgelopen maand waren ze nog op Sardinië, andere reizen voerden hen naar onder andere Suriname, België, Jordanie, Litouwen en Ierland. “Het maakt ons helemaal niet uit waar we heen gaan, als we maar samen zijn, er nog nooit iemand van ons is geweest en het mooi weer is. Twee personen regelen alles en stellen het programma samen en daar gaat iedereen in mee. Lekker borrelen, dingen zien en doen, diepgaande gesprekken en platte studentenhumor. Het is pure vriendschap, liefde zou ik haast zeggen.”
Hij geniet bewust en volop van zijn kinderen. “Niets is mooier dan te zien hoe die mini-mensjes, waar wij aan hebben mogen boetseren, opgroeien tot leuke en fijne mensen. Ik zie nu hoe waardevol het is om samen tijd door te brengen. Dat zijn kleine dingen. Als ze ‘s middags bij me zijn, borrelen we rond half 5. Op zaterdag gaan we samen naar de markt. Iedereen haalt iets dat ‘ie lekker vindt: stroopwafels, kibbeling, haring, patat. Dat eten we dan samen, staand aan een tafeltje op. Dat is echt genieten. Als mijn oudste, die studeert in Leiden, komt aanwaaien en vraagt of we weer samen naar de markt gaan of een rondje gaan wandelen in het Naarderbos, kun je me niet blijer maken.” Hij stopt even met praten. “Het raakt me echt. Ik vind dat echt mooi. Daarin zit voor mij geluk.”
Foto’s: Bob Awick
Tekst: Wietske Sira
Locatie: De Krachtcentrale